Financiële afwijkingen

Specifieke beslispunten

1.1 Sloop van het Herman Wesselink College (HWC)
Bij de sloop van de oudbouw van het HWC bleek meer asbest in het schoolgebouw te zitten dan was voorzien. Dit heeft geleid tot een kostenoverschrijding van het bestaande krediet van € 500.000. Het tot heden verstrekte krediet van het HWC wordt nog gefinancierd op de "oude wijze". Dit betekent dat een bedrag wordt gereserveerd ten laste van de algemene reserve waaruit de toekomstige afschrijving wordt gedekt.

1.2 Riolering
Het taakveld riolering laat een onderschrijding zien van € 300.000. Dit bedrag kan vrijvallen ten gunste van de egalisatievoorziening riolering. De werkzaamheden voor het onderhoud van de riolering worden deels later uitgevoerd doordat de materialen niet tijdig geleverd kunnen worden. De hoofdreden hiervoor is de schaarste op de Europese kunststoffenmarkt. De verwachting is dat dit voortduurt tot het einde van dit jaar.

In de begroting 2021 is rekening gehouden met een toename van de kapitaallasten als gevolg van verwachte investeringen in 2020. In werkelijkheid dalen de kapitaallasten in 2021 (€ 119.000) door een lagere rekenrente en rekening houdend met faseringen in de feitelijke voortgang van de werkzaamheden conform de jaarrekening 2020. Deze kapitaallasten kunnen derhalve vrijvallen ten gunste van de egalisatievoorziening riolering.

In de Perspectiefnota 2023 wordt beoordeeld of de stand per 1 januari 2022 na opmaak van de jaarrekening 2021 ruimte biedt om (eenmalige) middelen hieruit via de spaarvoorziening “vervanging riolering” in te zetten ter dekking ineens van een deel van de jaarlijkse vervangingsinvesteringen zoals opgenomen in het MPP Buitenruimte. Op deze manier wordt een eventuele restruimte binnen een trendmatige, behoedzame tariefontwikkeling aangemerkt en ingezet als spaarcomponent.

1.3 Huishoudelijk afval
Naar verwachting komt Afval Huishoudens eind 2021 uit op een batig saldo van € 970.000; € 495.000 lagere lasten en € 475.000 hogere baten.

Op hoofdlijnen wordt dit veroorzaakt door lagere transport- en verwerkingskosten (€ 415.000 voordeel) daar er minder restafval wordt ingezameld waardoor de kosten van het AEB lager zijn, net zoals de totale kosten verbrandingsbelasting. De kosten voor de vermarkting van PMD over 2020 (€ 80.000 incidenteel voordeel) vallen lager uit dan verwacht.

Daarnaast zijn de opbrengsten van het Afvalfonds voor ingezameld PMD in 2021 hoger dan begroot (€ 115.000 voordeel), mede veroorzaakt door een afrekening over 2020 (€ 230.000 incidenteel voordeel).  In 2021 is de vergoeding per ton ingezameld PMD  lager dan in 2020 en zijn de ingezamelde hoeveelheden gedaald waardoor de opbrengsten structureel lager zijn. Er wordt bovendien een totaal voordeel op de overige inkomsten van € 360.000 verwacht, welke grotendeels te verklaren is door de hoge prijs die in 2021 ontvangen wordt voor metaal en papier.

Bovengenoemde posten worden afgewikkeld met de egalisatievoorziening huishoudelijk afval.

Zoals uit deze tijdvak blijkt is de situatie op de afvalmarkt verre van stabiel (afvalstromen, volumes, kosten, opbrengsten). In de loop van 2022, richting Perspectiefnota 2023 vindt een nieuwe toetsing plaats, mede op basis van de dan beschikbare rekeningcijfers over 2021. Dan is vermoedelijk duidelijker welk deel van het voordelig saldo incidenteel/structureel van aard is.

Met het voordeel uit deze tijdvak komt de stand van de egalisatievoorziening boven de € 1,2 miljoen. Dit is boven de maximale toegestane 10% van de omzet (ongeveer € 1,1 miljoen). Mocht dit ook de uitkomst zijn van de jaarrekening 2021, dan volgen conform de geldende regels (nota reservebeleid) bij de Perspectiefnota 2023 voorstellen hoe met dit saldo om te gaan.

1.4 Renovatie van de hoofdlocatie Keizer Karel College (KKC)
Door de aantrekkende bouw, het gebrek aan vakmensen bij de aannemers en de aangescherpte eisen voor nieuwbouw (BENG) per 1 januari 2021, zien we dat de marktsituatie wijzigt en dat prijzen zich naar boven ontwikkelen.

De aanbesteding van de renovatie KKC is uitgekomen op een bedrag boven het toegekende krediet. Deze overschrijding is terug te voeren op de recente, sterke stijging van de grondstofprijzen, met name de hout- en staalprijzen. KKC is bouwheer en wat ons betreft gehouden om taakstellend met het beschikbare krediet uit te komen. In overleg met KKC achten wij het als college wel reëel om bij de aanvang van het werk het krediet in dit (uitzonderlijke) geval aan te passen aan de uitkomst van de aanbesteding. Dit betekent, dat wij voorstellen het krediet voor de renovatie van de hoofdlocatie van het Keizer Karel College met € 540.000 te verhogen.

Anders dan de sloop van het HWC (zie hiervoor 1.1.), maakt het onderhavige krediet onderdeel uit van het investeringsplan maatschappelijk vastgoed. De totale meerjarige investeringsruimte met bijbehorend kapitaallastenbedrag is het taakstellende kader voor de investeringsplanning. Dit kader wordt jaarlijks bij de Perspectiefnota geactualiseerd en vastgesteld. Daarin zal ook de onderhavige kredietverhoging worden verwerkt. De hiermee gemoeide extra structurele kapitaallasten bedragen afgerond € 20.000.

1.5. Ondermijning
Na een succesvolle afronding van het project predictive policing en de opbouw van de digitale infrastructuur daarvoor, resteert € 90.000 budget. Voorgesteld wordt om dit bedrag over te hevelen naar 2022 en in te zetten ter versterking van de informatiepositie in de bestrijding van ondermijning.

1.6. Meerjarige Projecten Grondexploitaties (MPG)
Het effect van de bijstellingen van de prognoses van de projecten ruimtelijke ontwikkelingen uit het MPG hebben een meerjarig effect op diverse taakvelden en programma’s.

Afwikkeling met algemene reserve (meerjarig)
De bijstellingen hebben enerzijds effect op de resultaten van de projecten en daardoor op het begrotingssaldo, anderzijds worden uitgaven en inkomsten om diverse redenen verschoven naar eerdere of latere jaren. Concreet is sprake van een hogere bijdrage aan de algemene reserve over de periode 2021 t/m 2025 van € 2,20 miljoen, waarvan € 1,742 betrekking heeft op begrotingsjaar 2021.

De toelichting per project volgt hierna.

Divers/algemeen
Daarnaast zijn voor 2021 de in de perspectiefnota 2022 opgenomen 5% risicoafslag, toekomstige winstafdrachten en een paar abusievelijk ontstane verschillen ten opzichte van het MPG uit de begroting verwijderd. Als uitgangspunt geldt dat de ramingen voor dit jaar bij deze rapportage actueel zijn. Per saldo gaat het om een negatieve bijstelling van € 71.000, waarvan € 298.000 uitgaven en € 227.000 inkomsten.

De Loeten ACT
Kosten bouw- en woonrijpmaken voor 2021 zijn gehalveerd omdat prognose lager is, alles doorgeschoven naar latere jaarschijven. Mogelijk wordt dat eind 2021 nog verder verlaagd.
Vanwege een planwijziging zijn de inkomsten uit grondverkopen per saldo gestegen met € 240.000. Omdat er een aanzienlijke kans bestaat dat een groot deel van de grondverkopen in 2021 plaats zullen vinden zijn de opbrengsten dit jaar verhoogd ten laste van andere jaren € 3.179.000. Per saldo is de eindwaarde van het project verbeterd, een toename van € 500.000.

Stadshart
Voor de het deelproject de bioscoop is er een voorbereidingskrediet beschikbaar van € 40.000. Bij vaststelling van dit budget was niet bekend of de ontwikkeling van de bioscoop door zou gaan. Inmiddels is duidelijk dat de ontwikkelaar het plan wil voortzetten. Er wordt nu volop gewerkt aan de koopovereenkomst. Er is hiertoe extra plankostenbudget benodigd van € 60.000 waardoor het eindwaardesaldo van de grondexploitatie verslechtert naar € 412.000

BTAZ
De geraamde opbrengsten voor BTAZ facilitair zijn met € 488.300 toegenomen. Er is in 2021 een anterieure overeenkomst gesloten, welke eerder is overeengekomen dan in het MPG was voorzien. Vanaf mei 2021 valt dit project samen met Legmeer onder de verantwoording van de directie en is hiervoor een aparte projectadministratie voor opgesteld. De voorlopige eindwaarde van BTAZ facilitair is met bovengenoemd bedrag minder negatief geworden naar € 182.000. Naar verwachting zal eind 2021 een (herziene) gemeentelijke grondexploitatie voor BTAZ (facilitair en actief) ter vaststelling aan de gemeenteraad worden aangeboden. Deze gemeentelijke grondexploitatie zal de huidige ramingen en grondexploitaties van BTAZ vervangen.

Groenelaan 3-5
Bij het facilitaire project Groenelaan 3-5 was aan het einde van vorig jaar onduidelijk of alle werkzaamheden waren gefactureerd. Nu is duidelijk geworden dat alle werkzaamheden inderdaad zijn uitgevoerd en gefactureerd. Dit betekent dat € 221.500 komt vrij te vallen. Het project is hiermee tevens afgerond en zal bij het MPG van 2022 worden afgesloten met een negatief resultaat van € 153.400. Voor het negatieve resultaat is al een voorziening getroffen

Maalderij (actief)
Ten opzichte van het MPG is de grootste wijziging dat deze grondexploitatie in 2021 gesplitst is in een facilitair en een actief deel, dit is conform het BBV. De BIE was nog niet opgenomen in het MPG. Zowel de ramingen aan kosten- als opbrengstenkant zijn nieuw. Het gaat om € 624.000 kosten en circa € 990.000 opbrengsten. Doordat de grondopbrengsten hoger zijn dan de kosten kent Maalderij ACT een positief resultaat. Voor 2021 resulteert dit in een verwachte winstneming van € 72.200 (op basis van de POC-methode).

Zonnestein 64+66
Bij het actieve project Zonnestein 64+66 moeten er nog kabels en leidingen worden aangepast. Een deel van deze kosten zijn in 2020 al gefactureerd waardoor er teveel was opgenomen in de prognose voor 2021 deze vallen daarom vrij. Daarnaast is de looptijd van het project met 1 jaar verlengd vanwege de nog te verrichten beplanting Dit levert een verlaging van de prognose 2021 op van € 177.500 met betrekking tot de kosten, bij het project zal hierdoor (na de POC-methode berekening) in 2021 € 119.000 meer resultaat genomen worden dan verwacht. Per saldo is de eindwaarde van het project verbeterd, een toename van € 164.000.

Overige projecten
Overige projecten die individueel een lagere aanpassing/verschuiving laten zien dan € 100.000 die toch meegenomen dienen te worden in het tweede tijdvak 2021. Per saldo een verlaging van € 80.500 voor de kosten, met als voornaamste reden het verhogen/verlagen/doorschuiven van de plankosten en de kosten voor het bouw- en woonrijp maken. De opbrengsten laten per saldo een stijging van € 124.600 zien door het opnemen van recent getekende (anterieure) overeenkomsten. Bovenstaande heeft een effect op de eindewaarde van deze projecten, per saldo een verbetering met € 102.200.

bedrag x € 1.000

2021

2022

2023

2024

2025

Nummer

Omschrijving

Uitgave

Inkomst

saldo

saldo

saldo

saldo

saldo

1.1

Sloop van het HWC

500

-500

1.2

Riolering

419

419

0

1.3

Huishoudelijk afval

970

970

0

1.4

Krediet vervanging nieuwbouw KKC

0

0

0

0

0

1.5

Ondermijning

-90

90

-90

1.6

Meerjarige Projecten Grondexploitaties (MPG)

32

1.774

1.742

-614

99

-340

1.322

Totaal

1.831

3.163

1.332

-704

99

-340

1.322

Beslispunt:

  1. De tweede tijdvakrapportage 2021 vast te stellen;
  2. Instemmen met het storten van € 500.000 in de reserve "Nieuwbouw HWC" ten laste van de algemene reserve en hiervoor de begroting 2021 te wijzigen.;  
  3. Instemmen met het overschot op de exploitatie riolering ten gunste van de voorziening "Riolering" te laten vrijvallen en bij de Perspectiefnota 2023 beoordelen of de werkelijke uitkomst in de jaarstukken 2021 ruimte biedt om (eenmalige) middelen hieruit via de spaarvoorziening “vervanging riolering” in te zetten ter dekking ineens van een deel van de jaarlijkse vervangingsinvesteringen zoals opgenomen in het MPP Buitenruimte;
  4. Instemmen met het overschot op de exploitatie huishoudelijk afval ten gunste van de voorziening "huishoudelijk afval" te laten vrijvallen en bij de Perspectiefnota 2023 beoordelen of de voorziening de maximaal toegestane stand van 10% van de omzet overschrijdt;
  5. Instemmen met het verhogen van het krediet Keizer Karel College met € 540.000, dit te betrekken bij de actualisering van de investeringsplanning in de Perspectiefnota 2023 en de kapitaallasten te dekken uit de structurele stelpost voor kapitaallasten;
  6. Instemmen met het overhevelen van het restantbudget van "predictive policing" en dit bedrag van € 90.000 in 2022 in te zetten ter versterking van de informatiepositie in de bestrijding van ondermijning;
  7. Kennisnemen van de actualisatie grondexploitatie en instemmen met het meerjarig wijzigen van de begroting ten gunste van de algemene reserve van per saldo € 2,2 miljoen;
Deze pagina is gebouwd op 10/05/2021 14:34:58 met de export van 10/05/2021 14:25:03